eelco/ augustus 22, 1999/ loodsen

Dag 1:

‘s-Ochtends met z’n 5-en (Aranka, Chris, Jorg, Mark en Marijke) vanaf Delft station vertrokken om met de trein via Rotterdam, Utrecht en Amersfoort in Harderwijk aan te komen. There’s no place like the boatplace (ruim vertaald naar: Er gaat niets boven Harderwijk)! Van het station met de Harderwijkse BelBus naar het clubhuis gereden waar onze boten lagen en daar zouden we de kids ontmoeten die voor ons het hek zouden open doen. Alleen zij kwamen maar niet. Na een half uur zijn we er zelf maar overheen geklommen. Een aantal mensen hadden daar nog al moeite mee (ik weet niet of ik daar bij hoorde, maar ik ben bang van wel). Daarna gauw de boten in orde gemaakt en vertrokken. Chris en Aranka zaten in boot 1 (de motorboot) en Mark, Marijke en ik zaten in boot 2 (de ‘volgzame boot’). Op de kaart leek het allemaal een eitje, maar aangezien we met de boten maar 6 km/h gingen schoot het toch niet altijd even hard op. Onze eerste stop was de sluis bij Nijkerk, waar een plaspauze voor iedereen wel een fijne onderbreking was. Je moet het zo zien: je bent 21 uur aan het varen (in 2 dagen), maar je moet je wel vermaken, want je kan er niet af. Maar dat is prima gelukt, want onderweg hebben we gelezen, gepraat, gezongen, gerapped (vooral Mark, ik was er niet zo goed in), liedjes verdraaid, geslapen, gegeten (misschien wel erg veel gegeten, maar dat hoort er nou eenmaal bij), enz. enz. Onderweg nog een keer getankt in Huizen, waarna we ruim op tijd in Muiden aankwamen, waar we de “Groene Draeck” achter ons aankregen (Jááá beste mensen, wij wisten het toen al van Willem-Alexander en Maxima!). Chris tankte, Marijke plaste, Mark haalde snack en Aranka en ik hielden de boten tegen de kant aan, net zo lang tot we weg werden gestuurd door de havenmeester, omdat we verkeerd lagen. Daarna voor het eerst van m’n leven aan boord lasagna gemaakt èn gegeten. Vervolgens via Weesp doorgevaren over het Amsterdam-Rijnkanaal en door Amsterdam tot aan de sluizen bij de Nieuwe Meer. De sluiswachter daar had alle tijd en gebruikte die ook, dus wij moesten òntzettend lang wachten bij elke handeling die hij uitvoerde. Na de sluizen werd het snel donker en kregen we fenomeen ‘nacht-motoren’. Dit houdt in dat je je in een motorboot bevindt, die een klein olielampje als toplicht op 1 meter heeft hangen en dat je hélemáál niets ziet! Vanaf daar bíjna, ik zeg bíjna in een keer in het donker naar de Westeinder Plassen gevaren. Aranka had toch niet helemaal goed op de kaart gekeken en bij de Westeinder Plassen een slootje gemist, zodat wij in boot 2 toen we langs het begin van het slootje kwamen een bord zagen met: “Doodlopende sloot”. Volgens Chris viel het allemaal best wel mee, maar het viel niet mee. Aan het eind van de sloot konden we de boot ook niet draaien, zodat we achteruit moesten bomen en dat was geen pretje om HALF EEN ‘s NACHTS!!! Uiteindelijk het goede slootje genomen en nog onder een bruggetje van 0,80 meter gegaan voor dat we bij de plas aankwamen. Gauw naar ons stekkie gevaren, tentje opgezet en de avondborrel was inmiddels niet meer aan mij besteed. Ik was weg, op weg naar een nieuw melkwegstelsel.

Dag 2:

‘s-Ochtends weer vroeg opgestaan en met een eitje ontbeten. De meest vreemde gebakken ei-combinaties zijn de revue gepasseerd. Nog even naar m’n werk gebeld om te zeggen dat ik niet kwam, aangezien het maandag was en ik nog op de Westeinder zat. Op m’n werk vonden ze dat ik zo vreemd stond te brabbelen, dat ze het niet erg vonden dat ik nog een dagje weg bleef. Daarna de tentjes weer ingepakt en de rollen omgedraaid: Mark, Marijke en ik in de motorboot en Chris en Aranka in boot 2. Het sturen in het begin ging hopeloos, maar het was voor mij dan ook de eerste keer. Via Oude Wetering, Nieuwe Wetering en allerlei gehuchtjes aan de Ringvaart, die weer bij iets grotere gehuchtjes aan de Ringvaart hoorden op de Kagerplassen aangekomen. Vanaf toe was het gesneden koek voor ons. Via de Kever, het Zweiland, het Boterhuiseiland en de Zijl kwamen we in Leiden, waar we een korte -allemaal uit de broek- plaspauze maakten. Vervolgens met het heerlijke zonnetje in het gezicht naar de sluis in Leidschendam. Nog een keer gesnackt en door gevaren via (“Ik hoef het niet uit te leggen, yo ze ging er Voor”) burg, Drievliet, Rijswijk naar Delft! Om 17.30 aangekomen op de Tweemolentjeskade, waar we de spullen eruit gegooid hebben en met het karretje vervoerd naar het clubhuis. Om 18.00 kwamen Bas en Tommy en zij gingen de boten naar het Haantje en het Bommeer brengen. Deze dagen waren een prima tijdverdrijf, ondanks en dankzij dat ik een vrije dag heb moeten vragen en ondanks dat de motivatie een beetje weg was de laatste dag bij bepaalde personen.
Bedankt allemaal,

Jorg